Lees verder
Het Humanistisch Verbond werd opgericht in 1946, net na de Tweede Wereldoorlog. Er waren twee belangrijke redenen voor de oprichting.
Allereerst wilde de vereniging opkomen voor de zogenaamde ‘buitenkerkelijken’. Het Humanistisch Verbond zorgde ervoor dat – in de toen sterk verzuilde samenleving – ook niet-gelovigen een stem kregen. In de zorg, het onderwijs en de maatschappij.
Die stem was hard nodig, want niet-gelovigen werden sterk achtergesteld. Zowel in wetgeving als in hun sociale leven. Sommige banen werden je zelfs ontzegd als je geen religie aanhing. Mede dankzij het werk van het Humanistisch Verbond is gelijke behandeling in onze grondwet vastgelegd. Je mag niet gediscrimineerd worden op basis van godsdienst of levensovertuiging. Wij staan voor het recht op geloven wat je wilt, dus ook het recht om niet te geloven.
De tweede reden voor de oprichting was dat het Humanistisch Verbond zich teweer wilde stellen tegen de dreiging van het ‘nihilisme’. Juist na de verwoestingen van de Tweede Wereldoorlog was er grote behoefte om mensen weerbaar en veerkrachtig te maken en goed met elkaar om te laten gaan.
Nederland is in de afgelopen 75 jaar veranderd in een samenleving met een niet-religieuze meerderheid, waar mensen inspiratie halen uit wetenschap, kunst, cultuur, de natuur en ontmoetingen met elkaar. De mens staat hier centraal, en dat is best uniek. Vanuit die gedachte werkt het Humanistisch Verbond samen met de georganiseerde Nederlandse humanistische beweging aan een menswaardige samenleving. Met oog voor elkaar: in de zorg, onderwijs, de media, ontwikkelingswerk en hulpverlening. Daarnaast werken we samen met humanistische organisaties wereldwijd, ook op plekken waar het zelfs nog verboden is niet-gelovig te zijn.